
Onderzoek naar Cercospora
Cercospora is voor iedere teler inmiddels wel bekend. Onderzoek naar beheersing van Cercospara is dan ook noodzakelijk. Delphy pakt deze uitdaging dan ook op. Het onderzoeksveld dat tijdens de open dag op 8 september te zien is laat een aantal zaken zien.
Rassen
De tolerantie van rassen tegen Cercospora neemt toe. Het omgaan met deze tolerante rassen betekent mindere intensief bestrijden. Maar hoeveel minder is geen vast gegeven. In de proef worden beperkte spuitschema's vergelijken met standaard schema's in rassen met een hoge tolerantie tegen Cercospora. Uiteraard is er ook een vergelijking met een onbehandeld object. Er worden verschillende schema's getoetst zowel in ene blokken- als in een afwisselingsschema.
Combinatie
Afgelopen jaren is uitgebreid onderzoek gedaan naar het moment van starten van de bestrijding. Daarnaast zijn ook plantversterkers en biostimulanten getoetst. Deze informatie gezamenlijk met de informatie van het lopende onderzoek leidt tot inzicht in de mogelijkheden. En deze mogelijkheden zijn direct toepasbaar in de dagelijkse praktijk.
Steeds weer blijkt dat nieuwe ziektes of latent aanwezige verwekkers de kans pakken om zich te ontwikkelen zodra dat zich voor doet. Beheersing is een zaak van signalering en de beschikbare kennis toepassen. Dat sluit aan bij de zoektocht naar weerbare telen waarbij de teler een meerdere maatregelen in zijn gereedschapskist heeft die op basis van omstandigheden en kennis op de juiste manier ingezet moeten worden om de suikerbieten ongestoord te kunnen laten groeien.

Cercospora
Cercospora is een schimmelaantasting, die in de tweede helft van het groeiseizoen optreedt. De ziekte is herkenbaar aan de kleine bladvlekken, met een doorsnede van 1 tot 3 mm. Cercospora ontstaat bij hoge dag- en nachttemperaturen.
De vlekken zijn omringd door een rood-violette rand en een duidelijke begrenzing met het gezonde weefsel. De vlekken gaan bij een zware aantasting in elkaar over en kunnen totale afsterving en verdorring van het blad tot gevolg hebben. De ziekte begint bij de buitenste bladeren, de plant reageert met het aanmaken van nieuw blad waardoor op den duur bij een zware aantasting de ananaskop ontstaat.
Levenswijze
De besmetting vindt over het algemeen plaats vanuit de grond. In de bladvlekken vormt de schimmel sporen, die jarenlang kiemkrachtig blijven en een volgend bietengewas kunnen aantasten. Tijdens het groeiseizoen wordt de schimmel door opspattend regenwater verder verspreid. In de plant wordt de schimmel door de vaatbundels getransporteerd. Hoge temperaturen, vocht en beregenen bevorderen het voorkomen van de ziekte. Het aantastingbeeld kan dus van jaar tot jaar wisselend zijn.